Ik heb afgelopen weken een serie gezien die ging over huishoudelijk geweld. Het verraste me hoeveel pijn er bij me omhoogkwam.
Pauline: Waar refereert de pijn aan in jou?
Aan diepe eenzaamheid. En ook aan ‘wat moet ik nou’?
Pauline: Ervaar je meer of minder pijn als deze gedachte opkomt?
Die wordt minder nu.
Pauline: Kan het dan zijn dat de vraag: ‘wat moet ik nou?’, een afweermechanisme is van de pijn?
Nu je dat zegt, ja dat zou goed kunnen. Die pijn wordt namelijk ook aangeraakt omdat mijn dochter in dezelfde leeftijdsfase zit als waarin ik zelf de piek van eenzaamheid heb ervaren.
Pauline: Oké, dus je herkent de pijn van eenzaamheid en je hebt er pijn over dat dat destijds niet erkend werd. Het lijkt erop dat je op dit moment weer binding maakt met de pijn.
Heel ongemakkelijk eigenlijk. Hoe moet ik hier mee omgaan? Vroeger thuis werd ik op dit soort momenten emotioneel gechanteerd en gebagatelliseerd.
Pauline: Je ouders wisten blijkbaar ook niet hoe hiermee om te gaan. En ze konden daar niet bij aanwezig blijven. Dat is voor jou heel pijnlijk geweest. Nu oefen je om contact te houden met de pijn die opkomt. Ben je daarmee dichter bij jezelf en daarmee bij de ander, of verder weg?
Zeker dichter bij mezelf. Het voelt als een opluchting dat ik nu de verbinding met de pijn kan maken. Het hoeft niet meer weg.
Pauline: Nu is er ‘eindelijk’ iemand in jouw leven die bij de pijn aanwezig kan blijven. En je hebt nog een mogelijkheid: je lijkt visie te hebben over dat je jouw dochter iets anders wilt geven dan wat jij hebt gekregen. Wanneer je haar ziet en je je visie herinnert, is dit direct een uitnodiging om aanwezig te zijn voor haar en daarmee een oefening om de mogelijke pijn bij jezelf toe te laten.
Wil je deze practice blijven doen, voor jezelf en daarmee ook voor je dochter en voor alle situaties die je raken?
Ja dat wil ik zeker. Dit is zo kloppend. Ik voel nog steeds pijn en er is rust.
Dank je wel.
Pauline Botden
Omega Levensschool