Ik voel me gevangen tussen twee overtuigingen. Aan de ene kant ‘ik moet gezien worden’ en aan de andere kant ‘ik ben saai en onzeker’. Maar nu ben ik toch aan het onderzoeken of het ook o.k. is om me zo nu en dan terug te trekken.
Mauk: Wat belemmert je om je zo nu en dan terug te trekken?
Dan denk ik: ‘Ho eens even. Als ik minder mijn best ga doen raak ik mijn positie kwijt.’ En nu weet ik het eigenlijk niet meer. Ben ik dan aan het opgeven?
Mauk: Kennelijk is het handhaven van je positie gekoppeld aan wat je allemaal doet.
Ik zou niet weten hoe ik het anders moet doen.
Mauk: In ieder geval impliceert dit, dat als je stopt met je te best doen en naar buiten te treden, dat je in jezelf je positie kwijt lijkt te zijn.
Maar ik sta wel voor mijn werk.
Mauk: Als iets werkelijk in je hart leeft dan zijn er drie mogelijkheden ten aanzien van je ‘doen’. Of je opereert in flow, óf je overschreeuwt, óf je komt in opgeven terecht.
Maar hoe blijf ik dan in flow?
Mauk: Dat is niet de juiste optie. Dat is wellicht het ideaalplaatje. Maar als iets werkelijk in je hart leeft dan, zijn ‘overschreeuwen’ of ‘er te strak in zitten’ en ‘opgeven’ of ‘er te slap in zitten’ de berichten van je systeem om bij te sturen. Daarnaar luisteren staat in dienst van wat er in je hart leeft. En wellicht zit je dan ook regelmatig in flow.
Waar komt mijn onzekerheid dan vandaan?
Mauk: Vanuit de plek waarbij je geïdentificeerd bent met ‘doen’ en ‘gezien worden’ om je positie te handhaven, is stoppen synoniem met opgeven.
En dat hoeft dus helemaal niet?
Mauk: Als je die identificatie loslaat kun je samenvallen met de puls van je hart. Te veel of te weinig geven zijn dan ook pogingen om daaraan tegemoet te komen. Dan hoef je jezelf niet in twijfel te trekken.
Dank je wel.
Mauk Pieper
Omega Levensschool